Inleiding akkoorden
Een akkoord (Engels: chord) bestaat uit min. 3 tonen. Die tonen kun je tegelijkertijd of vlak achter elkaar spelen. Vlak achter elkaar spelen noemt men een "arpeggio" (arpeggio is een Italiaanse muziekterm en betekent "harpachtig").
Er zijn heel veel verschillende akkoorden. Akkoorden hebben een bepaalde klank. Akkoorden kunnen een gevoel uitdrukken, bijv. vrolijk of droevig, maar ook "ruig" of "lief" of "boos" enz.
Door het gebruik van bepaalde akkoorden kan "spanning" in de muziek
opgebouwd worden. Andere akkoorden dienen weer om de muziek te ontspannen. Zo kan een muziekstuk levendig gemaakt worden. Dat werkt bij klassiek, pop, jazz en alle andere stijlen.
Ook kunnen akkoorden een overgang naar weer een ander akkoord aankondigen. Sommige akkoorden zijn typisch voor een bepaalde muziekstijl.
Vanuit het rijtje van alle tonen maakt men een selectie, de majeur toonladder. Vanuit deze majeur toonladder maakt men weer een selectie, een akkoord. Ook hiervoor worden formules gebruikt. Elke klank heeft z'n eigen kleine formule.